De Poort
​
De poort markeert symbolisch een belangrijke stap in de bewustzijnsontwikkeling van de mens.
Voor de poort is hij gericht op kennis en impulsen van buiten om te kunnen omgaan met zichzelf en de wereld om zich heen.
De godsdienst waarin hij opgroeit, is vooral een sociaal gebeuren dat zijn leven richting geeft en waarbij hij zich geborgen voelt in de kennis en de normen en waarden van de geloofsgemeenschap.
Via de godsdienst en de rituelen die daarbij horen, kan hij gebeurtenissen die hij in zijn leven tegenkomt een plaats geven en beter omgaan met de dood, maar ook zijn zonden weer goed maken, zodat hij toch een plek in de hemel verdient.
Hij weet via overlevering, via de heilige boeken, dat er een geestelijke wereld na de dood moet zijn, maar heeft hier geen verbinding mee. De stoffelijke wereld en zijn stoffelijk lichaam is alles wat hij ervaart en waarmee hij zich identificeert.
Pas in de blauwe trilling, bij de ontwikkeling van het keelchakra, voelt en weet een mens zelf dat er meer is … en gaat hij op zoek naar een grotere kijk op de geestelijke wereld dan de godsdiensten hem kunnen bieden.
In eerste instantie gaat hij op zoek via de esoterische lectuur en via het ontdekken en ontwikkelen van zijn eigen geestelijke zintuigen, zoals helder voelen, helder horen en helder zien.
Deze fase is ook nodig voor het verfijnen van het zenuwgestel.
Ieder mens heeft hierin zijn eigen zoektocht, maar blijft via esoterische boeken, cursussen, workshops en zijn geestelijke zintuigen, gericht op aangeleerde kennis, en technieken en informatie die hij oppakt vanuit de buitenwereld via de aardekrachten.
Hoe sta jij erbij, waar heb je last van…. wat zie ik in je aura… kan ik je helpen?
Hij ontdekt dat dit hem een fijn gevoel geeft en een zekere status en macht bezorgt. Hij kan anderen helpen en er ook nog geld mee verdienen.
Deze mens heeft het goed voor mekaar en weet hoe het zit. Hij is tevreden met zichzelf en draagt zijn kennis graag uit. De drang om te zoeken verflauwt. Deze fase duurt een hele tijd.
Op een gegeven moment voelt hij echter dat hij niet meer verder komt, maar in zijn eigen kringetje blijft ronddraaien. Hij komt tot de ontdekking dat er toch nog meer moet zijn dan hij gedacht had… en moet van zijn eigen troon afstappen…
Dan is een mens zover om naar binnen te keren en ´door de poort van kennis te stappen´ en contact te maken met de fijnere trillingen van zijn wezen.
​
Hij wordt zich bewust van de seintjes die hij van zijn wezen krijgt en door deze te volgen loopt hij tegen zijn lessen aan, maar ontdekt ook onverwachte kanten en mogelijkheden in zichzelf.
De aangeleerde kennis en technieken worden geleidelijk losgelaten en de mens vervolgt zijn ontdekkingsreis steeds meer open en ontvankelijk, en in samenwerking met zijn wezen.
Hij gaat zijn eigen Wijsheid, zijn eigen innerlijk Weten ontdekken en verder ontwikkelen
​
***