top of page

Reflectie

​

Symbolisch Beeld: Er is een gele tent te zien en wanneer ik de flappen van deze tent opensla, zie ik aan de voorste tentstok, boven in de nok, een spiegel hangen. Deze spiegel heeft een blauwe lijst.
Ik blijf naar de tent kijken en zie dat in de gele canvasstof rode vlekken komen. Het zijn bloedvlekken en deze rode vlekken veranderen nu in een roestkleur. 

​

Leraar: Wanneer u kijkt naar een tent, zegt het iets van een tijdelijk onderkomen en met dit tijdelijke onderkomen wordt uw lichaam bedoeld.

 

U zag dat er een spiegel in deze tent hing, maar ook dat de tent rode vlekken kreeg. Het betekent dat een mens in de reflectie, want daar staat de spiegel voor, zichzelf verwondt. In de reflectie wordt de mens gekwetst.
Deze bloedvlekken kregen een roestbruine kleur: het betekent dat het lijden, vastzittend aan het gekwetst-zijn, de mens over een lange periode achtervolgt.
De mens zoals hij zichzelf ziet, voelt en ervaart, kunt u vergelijken met deze gele tent, want geel is ook de trilling van de denkkap. En juist in de denkkap reflecteert de mens iets van zichzelf, maar ziet hij deze gedragingen terug bij zijn buurman of buurvrouw.
De mens die nog niet zo bewust is zegt dan vaak: ‘hij doet dit, hij doet dat of zij heeft mij dit aangedaan’ en heeft niet in de gaten dat het iets van hemzelf is dat gereflecteerd wordt door de persoon die tegenover hem staat.

​

U weet dat ieder mens een aura, een uitstraling heeft, waar ook de trillingen van de emoties in verpakt zijn.
Wanneer de mens kijkt heeft hij niet dóór dat hij door zijn eigen trillingen heen kijkt en dat deze eigen emotie-trillingen zijn blik begeleiden. Datgene wat hij ziet bij de ander zegt dus iets van zijn eigen emoties.
U kunt zich dan ook voorstellen dat als een mens dit niet in de gaten heeft en hij slachtoffer denkt te zijn van de handelingen, de acties van andere mensen, het lijden voor hem alleen maar groter wordt.
Het blijft voor hem een mistveld, hij blijft slachtoffer, hij blijft zich gekwetst voelen, want steeds loopt hij in contacten tegen bepaalde zaken aan.

 

Wanneer hij afscheid neemt van de ene mens vanuit de gedachte: ‘die doet mij dit aan, ik wil daar niet meer mee omgaan’, dan komt hij wel weer een ander mens tegen die dezelfde signalen uitzendt. En de mens denkt: ‘hoe kan dat nou toch? Waarom kom ik toch steeds iemand tegen die zo naar tegen mij doet.’ Maar de mens ziet niet dat hij iets van zijn eigen emoties weerspiegeld krijgt, teruggekaatst krijgt in zijn kijken.

 

Als voorbeeld:
Magda: Tijdens een wandeling tikte een meneer mij even op de schouders en zei tegen mij: ‘volgens mij bent u heel erg boos hé.’
Ik was verbaasd en dacht: ‘ben ik boos? Ik ben me daar niet van bewust’. Ik kom met die meneer aan de praat en halverwege het gesprek zei hij: ‘ik ben me toch woest’. Dus wat hij in zichzelf voelde, dacht hij bij mij terug te zien. 

 

Dit is een duidelijke vorm van reflectie en wanneer u kijkt in uw eigen leven, herkent u dat waarschijnlijk ook, alhoewel een mens zich daar meestal niet van bewust is.
U zult ook merken als u in gesprek komt met een ander mens, dat er ook altijd een tweerichtingsverkeer ontstaat, want u kijkt door uw eigen aura heen, waarin uw eigen kwetsbare gedragingen weerkaatst worden, maar de ander tegenover u heeft dat ook en u kunt zich misschien voorstellen dat daardoor veel communicatieproblemen ontstaan, omdat iedereen met zijn eigen emoties worstelt.
Maar wat doet u: u verwijt altijd de ander, waarin de dingen gezien worden, maar van uzelf ziet u dat niet. Maar toch is het verder op uw pad wel heel belangrijk om dit te gaan leren zien.
Dit hoort bij de tent, dit hoort bij uw eigen lichaam, dit hoort bij dit tijdelijke onderkomen, dit leven.

 

Nu kan ik aan u vragen of u de eigen reflectie ziet, maar dat is heel moeilijk voor mensen. Ik kan beter aan u vragen; waar loopt u tegenaan in contacten met mensen?
Want weet: ieder van u heeft voorbeelden en als u zegt: ‘ik zou het op dit moment even niet weten’, dan gaat u voorbij aan uw eigen blutsen, gaat u voorbij aan uw eigen kwetsbaarheid, gaat u voorbij aan uw eigen lijden.
Dus als u alleen al kijkt waar u zich pijn aan doet, waar u in contacten met anderen tegenaan loopt, dan wordt u zich bewust van de reflectie die in deze contacten speelt en welke emotie-trillingen uzelf uitstraalt.
U zult merken dat de emoties waar u last van heeft in contacten met anderen, als een rode draad door uw leven gaan en te maken hebben met een van uw lessen.
De lessen die zijn opgeborgen in de rugzak waar u al van jongs af aan mee rondsjouwt.

 

Maar er zit ook nog een andere kant aan. Als u nu weet dat alles van uzelf gereflecteerd wordt, dan ziet u niemand tegenover u wérkelijk, want u vindt altijd iets van uzelf terug en u kunt, als u zich daar bewust van bent, ook nooit meer een oordeel geven over de ander. Dan kunt u de ander nooit meer een kleuring opleggen en zeggen: ‘die is zus of die is zo’.
Ik help u niet als ik tegen u zeg: ‘mevrouw, meneer, u heeft gelijk, die ander is strontvervelend’.
U kunt er nu wel om lachen, maar ergens denkt u allemaal in uzelf: ‘goh, ik had veel liever een aai over mijn bol gehad van de leraar’. Nee, ik vraag aan u om naar binnen te keren. Dus al mijn lessen dwingen u steeds verder naar binnen toe. 

 

Zie deze les als een bewustwordingspunt. Daardoor krijgt u een grotere kijk op uzelf, ook een grotere kijk op uw lessen, omdat deze vormen van contact, te maken hebben met uw eigen lessen en door hier bewust van te worden krijgt u ook een grotere kijk op uw eigen overlevingsnatuur.
Want waar u zich juist aan stoort bij de ander is dat u zijn gedrag bekijkt vanuit uw eigen trollennatuur en daarbij kijkt naar de trollennatuur van de ander. De trollennatuur die zich alleen maar bezig houdt met het overleven in deze samenleving.
Zo kan ieder mens ook een mens met vele gezichten zijn, want ieder van u zal door een ander mens weer anders bekeken worden.

 

Het is voor u allen een behoorlijk prikkende les geweest.
Maar ziende hoe u bezig bent, ziende ook uw ontwikkeling, was het wel even nodig om dit duidelijk voor u neer te zetten en ik hoop dat u niet boos op mij bent. Maar eigenlijk maakt mij dat ook niets uit, want op het moment dat u boos op mij bent, kijkt u weer door uw eigen aura heen en is het alleen maar een reflectiepunt van uzelf en zegt de boosheid als boodschap: ‘ik wil het niet zien, waar bemoeit hij zich mee’. En dat mag u denken, maar u heeft er alleen maar zelf last van, ik niet.

 

Ik laat u weer los: ieder met zijn eigen aura, zijn eigen uitstraling, zijn eigen contacten. Ik hoop alleen dat ik u wakker heb geschud en dat u op een andere manier gaat kijken naar de irritaties, de pijnprikkels die u ontvangt in contacten met andere mensen. Maar dat is iets dat u zelf moet doen, daar kan ik u niet mee helpen.
Ik heb voor u alleen een opening gemaakt…

​

***

bottom of page