Samen onderweg
Opeens was het zover en hebben we afgesproken om voortaan samen op pad te gaan.
Dat deden we natuurlijk al, maar dan hield ik toch meestal angstvallig het stuur in handen en hoorde je vaak niet eens als je iets anders wilde (…of wilde ik je niet horen?).
Maar je roep werd steeds luider, ik moest je wel gaan zien, en gaan ervaren dat het goed was, dat het zelfs beter was misschien.
Ik leerde dat jij mij bent en ik jou. Dat jij de weg kent en me helpt als ik op je vertrouw.
We zijn nu echt samen onderweg. Ik vind het spannend en ben nieuwsgierig wat het me brengen zal, wat we gaan ontdekken en leren. Want waar ik vroeger rechts ging, zeg jij ‘ga nu eens links’. En waar ik toen toch maar ‘ja’ zei, zeg jij ‘oh nee, geen sprake van!’
En weet je wat het leuke is, het voelt ontzettend goed.
Ik hoef niet meer zo hard te trappen, heb meer plezier en voel me steeds meer vrij, nu jij steeds vaker het stuur in handen hebt en ik niet alleen meer rij.
***