top of page
mountain-5058747_1920.jpg

Prikkels  

Beeld: Ik kijk vanaf een heel hoge berg naar beneden en zie dat ik op een dennenbos kijk. Het is een heel groot donkergroen vlak. Ik zie allerlei dennenbomen heel dicht op elkaar staan. Dat is vanuit mijn positie een vreemd gezicht, want het staat in een dal, dit veld van dennenbomen. Ik sta dus op een berg en als ik over de toppen van deze bomen kijk zie ik verderop weer een hele grote berg. Deze ziet er prachtig uit, is wit van kleur en heeft een hele sterke straling. Hij is een beetje gemarmerd, ik zie hier en daar heel lichtblauwe lijntjes op deze berg. De berg waar ik op sta is een beetje grijzig van kleur, een normale berg zoals iedereen wel kent van ansichtkaarten of van vakantiekiekjes. Maar de berg waar ik naar kijk is heel speciaal; die heb ik nog nooit gezien, zo mooi! En vooral ook omdat tussen mij en deze witte berg al deze dennenbomen staan. Alsof dat de toegangspoort is tot die witte berg.

 

U kent prikkels in uw leven door allerlei situaties waar u tegenaan loopt en daar staan deze dennenbomen voor. 

De prikkels van de eigen lessen. Al deze prikkels nopen de mens er toe om verder te gaan, zodat hij contact gaat leggen met deze grote witte berg. Deze witte berg kunt u zien als de Wereld van de Wijsheid, waar wij leraren onderdeel van zijn. Juist deze doorgang van prikkels is de enige weg die naar deze prachtige berg leidt.

De marmerachtige streepjes die lichtblauw gekleurd zijn betekent dat de mens, ondanks deze prikkels, niet versaagt, maar doorgaat op zijn pad en in contact treedt met het zuiver-weten. Want dit lichtblauw staat voor de energie van het zuiver-weten van uw wezen, dat kan doorstromen in uw dagelijks leven.

Uw denkkap heeft een denkpatroon dat grijzig is, zoals de eerste berg liet zien.

 

Prikkels kunnen heel divers zijn.

En dan niet een enkele prikkel zoals: ik heb last van mijn dromen, of ik heb last van een angst enzovoort, want dat is een algemeen gegeven. Maar waar wij het over hebben is dat ieder mens met een bepaalde les in aanraking komt, en van daaruit ook met situaties die zeer divers kunnen zijn. Want de een zal z'n prikkels ontvangen via zijn familieleden, de ander via het boodschappen doen, of via de werkplek. Dus iedereen kent prikkels, alleen de manier waarop of waardoor is voor iedereen weer anders.

En wanneer een mens deze prikkels in de gaten heeft en gaat begrijpen waarom dit gebeurt is hij gemakkelijker door het bos heen te leiden naar de witte berg, dan wanneer hij alleen maar toekijkt en zegt: 'Daar begint het weer, het wordt weer hartstikke moeilijk in mijn leven'.

Hij sluipt daarvan weg en gaat op zoek naar veiligheid.

Want prikkels zijn meestal situaties waar de mens zich onveilig in voelt en toch zal een mens door deze onveiligheid heen moeten. En als men daar doorheen gaat komt men erachter dat het niks met onveiligheid te maken heeft, maar dat het te maken heeft met iets dat nog niet begrepen is.

De denkkap ziet dat als onveilig. Maar als iets nog niet begrepen is, dan kunt u zeggen: 'Ik gebruik hierbij mijn denkkap, om het voor mij begrijpelijk te maken'.

Maar een denkkap kan zeer star zijn in zijn beelden, in zijn denkpatronen en ziet vaak niet dat er een andere kijk mogelijk is op dezelfde soort situaties als waar hij voor terugschrikt.

 

Wij willen een aantal voorbeelden geven zodat het voor u iets gemakkelijker wordt om uw eigen prikkel te ontdekken.

-Een prikkel kan zijn: 'ik moet gastvrouw zijn', maar u wilt daar het liefst voor weglopen omdat de gastvrouwenrol niet bij u past.

De les van uw wezen is dan dat u moet leren om standvastig te blijven en het de mensen niet meer naar de zin willen maken. Zodat mensen rustig binnen kunnen komen, maar u gewoon uw eigen dingen blijft doen.

-Een prikkel kan zijn: 'de mensen die het allemaal denken te weten en mij vertellen hoe ik moet leven'.

De mens komt hierdoor in een soort vacuüm terecht: ik zie wat anderen doen, ik voel wat voor mij goed is, maar ik kan niet de woorden vinden om de ander daarin te bereiken.

De les is: de ander de vrijheid geven om in die blaséheid te gaan staan, maar wendt u af van de ander wanneer hij kiest om daarin te blijven. U hoeft niet de strijd aan te gaan: ik moet mij ook laten zien. Want dan gaat u van uw eigen pad af.

-Een prikkel kan zijn: 'ik kom mensen tegen die boos op mij zijn, omdat ik in hun ogen geen rekening met hen houdt'.

De les van het wezen is: leven in de beperking van een klein landje waar mensen op en naast elkaar wonen en de regels die zijn afgesproken met elkaar.

In de ene situatie kunt u rustig uw schouders ophalen en loopt u door, maar het kan ook zijn dat uw wezen aangeeft: geef openheid waarom u voor uzelf deze regel hanteert, en zeg: 'Maar ik wil heel graag met u tot een overeenstemming komen, waarin u zich ook kunt vinden'. U blijft dan uzelf, overeenkomstig het wezen.

-Een prikkel kan zijn: 'ontmoeten van agressie bij de ander'.

De les van het wezen is: leren dat agressie alleen maar met het lichaam te maken heeft en niet met zijn zijnsvorm. Want agressie is altijd een vorm van machteloosheid van de ander. Wanneer u dat gaat zien blijft u in uw kracht staan en u zult merken dat uw kracht altijd groter is dan de rode woedekracht van de ander.

Wanneer u het op deze manier kunt bekijken glijdt het van u af als een agressor op uw pad komt en uw wezen zal u automatisch beschermen tegen de agressieve daden van de anderen.

 

Wij hebben u een paar voorbeelden gegeven en we hopen dat dit vergemakkelijkt in het vinden van uw eigen prikkels.

Want dan ziet u: ik sta nu op de ene berg, ik loop door het dennenbos heen en ontvang prikkels, maar ik weet nu welke prikkels dat zijn en loop daar niet meer voor weg, zodat u de overkant kunt bereiken. En zo gauw u op die andere berg bent, merkt u dat u met mildheid kunt kijken naar alle vormen van menselijkheid, naar alle opgezweepte en emotionele ladingen die mensen bij zich kunnen dragen. Daar heeft u dan geen oordeel over, maar u accepteert dat als zijnde: dat hoort bij het menszijn.

U gaat dan naast de mens staan en als de ander alleen over de kleinkinderen, over de was, zijn werk of vakantie wil praten, dan kan de mens op de witte berg ook hierover mee praten.

Bij de een zal het dan zijn dat u moeilijke woorden gaat gebruiken, omdat dát de ingang is, bij de ander gaat u volks bezig, of moet u een mopje vertellen.

De mens die de witte berg heeft betreden, heeft deze vermogens in zich.

Maar hij gaat daar niet prat op, hij reageert alleen naar wat het wezen hem aanreikt.

En het wezen freewheelt rustig tussen de contacten met mensen door en het weet ook altijd het juiste woord te vinden, of de juiste stilte te vinden.

Het omgaan met mensen wordt voor u een stuk gemakkelijker en tegelijkertijd ook minder beladen.

Het wezen is het enige maatgevende die door deze prikbomenbos heen gegaan is en ook de prikkels kent van de andere mensen, maar het voelt zich niet geroepen om als therapeut aanwezig te zijn om de ander met zijn prikkels te gaan helpen.

Want het weet: alle mensen moeten door dit bos heen om de andere kant te kunnen bereiken.

Het enige dat van u gevraagd wordt: blijf naast de mens staan en als u voelt: de ander wil mij pootje lichten of mij onderuit halen, ga dan even een deurtje verder, mits u uw eigen prikkels heeft doorzien en begrepen heeft van waaruit deze prikkels zijn ontstaan.

Dus als u merkt: er zit onrust in mij, of ik voel een drempel en ben geprikkeld, wat is dit nou?

Dan kunt u nu zeggen: 'Och, ik ben in het bos bezig en wat zou dit kunnen betekenen?' En bekijkt u dit samen met uw wezen, want die weet hiervan af.

Hij heeft u trouwens ook het bos in gestuurd!

***

Bron:Wijsheden

bottom of page