Innerlijke drang
Van veraf is er ’n beeld te zien van een lange zilverkleurige ladder. Deze ladder is heel breed en de afstand tussen de sporten is navenant groot.
De poten van de ladder staan op de planeet, maar naar boven kijkend zie ik dat de top tegen een wolkenpartij rust en boven op dit wolkenplateau staat de leraar.
Hij is heel groot, heeft lang zilverkleurig haar en is gekleed in ’n stralend witte pij die in golvende plooien om hem heen gedrapeerd is. Zijn handen heeft hij schuin naar voren gericht en zijn geopende handpalmen zeggen: ‘komt allen tot mij.’
Ik zie dat er op de bovenste helft van deze ladder hier en daar een mens aarzelend, sport voor sport nemend, omhoog klimt, maar hoe verder ik naar beneden kijk, hoe drukker het op de ladder wordt.
Het gaat allemaal niet zo snel, want het is een behoorlijk eind naar boven en in vergelijking met die ladder en de leraar zijn de mensen heel klein.
Ze moeten erg veel moeite doen om van de ene tree op de andere te komen. Sommigen proberen zich aan de sporten op te hijsen, weer anderen nemen de zijkanten van de ladder als klimpaal en ook zijn er mensen die op een sport zitten alsof ze even op adem moeten komen.
Doordat deze ladder zo breed is zijn er op elke trede verschillende mensen tegelijk bezig. Er zijn mensen die met hun ellebogen werken en anderen opzij duwen. Ook zijn er mensen bij die via een ander mens sneller naar boven denken te komen door zich af te zetten tegen de lichamen van hun naasten.
In het onderste deel van deze ladder is het een gekrioel van lichamen die zowel langszij, over elkaar heen of bijna vechtend hun positie willen versterken om toch maar zo snel mogelijk de volgende trede te kunnen bereiken.
In deze mensenmassa zie ik allerlei klederdrachten: Mexicaans, Spaans, Grieks, Indisch, Chinees, Noors, Indiaans etc. Ook zijn er klederdrachten vanuit Nederland te zien. Dus allerlei cultuurgroepen zijn hier vertegenwoordigd.
Onderaan op de aarde ziet het zwart van de mensen die allemaal op hun beurt wachten om deze ladder te kunnen beklimmen. En terwijl ik naar de grote mensenmassa kijk die op de planeet aanwezig is, zie ik in deze menigte verscheidene mensen die daar met hoofd en schouders bovenuit steken en op de een of andere manier een ordening aanbrengen in deze mensenzee. Ik krijg bijv. Gandhi te zien, ik zie een paus, maar ook leiders vanuit andere godsdiensten en verschillende machthebbers die een bepaalde plek innemen in de historie van deze planeet, waaronder bijv. Hitler. De mensen kiezen ervoor om een bepaalde persoon te volgen, waardoor deze mensenschare op een heel natuurlijke manier van elkaar wordt gescheiden en er allerlei groeperingen ontstaan.
Nu sta ik zelf ook in deze mensenmassa en om me heen zie ik mensen in alle leeftijdsgroepen: van jonge kinderen tot hoogbejaarden, ook zie ik grote verschillen in klasse: van rijk uitgedoste mensen tot clochards en vanuit deze positie kijk ik weer naar de ladder.
Onderaan, waar de mensen op hun beurt staan te wachten om de eerste stap op de ladder te kunnen zetten, staat een glazen huisje waar een man in zit. Het roept bij mij de associatie op van een kassa op een kermis waar men eerst moet betalen om gebruik te kunnen maken van de kermisattractie.
Dan ben ik weer boven op het wolkenplateau en zie daar de leraar staan, maar ik zie er geen mensen. Deze leraar heeft een prachtige uitstraling en de hele sfeer hier ademt rust en vrede uit.
Het is een totaliteit, een VOLLEDIG-ZIJN.
De leraar vertelt: ‘In dit beeld laten wij zien dat ieder wezen een inprenting van de Wereld van de Wijsheid met zich meedraagt en de drang voelt om contact met ons te maken. Zonder uitzondering, zonder afhankelijk te zijn van cultuurregels voelt de mens in zichzelf een heimwee, vaak nog niet wetende dat dit naar de Wereld van de Wijsheid leidt.
Het zoeken naar dit contact zal in eerste instantie gebeuren in een vorm die gebruikelijk is in de eigen cultuur.
U ziet dat er een ordening in de mensenmassa aangebracht wordt, doordat men achter een bepaalde leider, een bepaalde goeroe of godsdienstige ideologie aanloopt, in de hoop dat dit het gemakkelijker maakt om met ons in contact te treden. Maar ook al denken mensen dat het op deze manier kan, ieder mens zal toch zijn eigen ingang moeten zien te vinden en daar staat deze kassa voor waar iedereen wat moet betalen.
Dit betalen is niet in de vorm van geld, maar het betalen kunt u zien in de vorm van opofferingen. Het is het afscheid nemen van aangeleerde regels, zodat langzaamaan de weg geopend wordt naar de voet van de ladder.
Het wil niet zeggen dat wanneer een mens denkt: ‘God bedoelt dit voor mij en ik moet deze opoffering doen’, dat hij dan in één keer al met ons in contact staat, want pas op dát moment begint hij zijn klimtocht.
Het loslaten van oude patronen, het offer dat een mens brengt om met ons in contact te treden, is tegelijkertijd de sleutel om de eerste stap te zetten op de ladder die naar ons toe leidt.
Wij zien vaak dat mensen dan boos op ons worden, teleurgesteld zijn en zeggen: ‘Ja maar, ik heb er voor betaald, ik heb mijn lijden meegemaakt en ik heb er nu toch recht op om een plekje te krijgen naast God.’ Het betekent dat de mens denkt in één leven zijn reis tot een goed einde te kunnen brengen en daarom een plekje in de hemel verdient, maar dit is een beeld dat vanuit de normeringen van de leiders, in contact met de maan-energie, ontsproten is.
Het is niet dat wij de mensen teleurstellen, maar ze raken teleurgesteld omdat er verwachtingen zijn en deze verwachtingen worden geschapen door allerlei cultuurvormen, normen en godsdienstige regels.
Wij zien dat wanneer een mens overleden is en de entiteit inderdaad met ons in contact hoopt te treden, hij teleurgesteld is en dan een periode nodig heeft om zijn gemoedsrust weer terug te vinden.
Wij vinden het dan ook laakbaar dat de vele vormen van godsdienst en teksten vanuit de esoterische lectuur een verwachting oproepen die juist deze teleurstelling in de hand werkt.
De drang is altijd aanwezig in de mens om met ons in contact te treden, maar dit staat los van regels, van godsdienstvormen en van leiders die denken de waarheid te kennen.
Wij kunnen zelfs zeggen dat diegene die zich als leider opwerpt, nog niet langs de kassa is gegaan.
Hij heeft alleen gevoeld dat er meer moet zijn en heeft, samen met de maan-energie, zelf ingevuld hoe dat eruit ziet. Want wij kennen de vele vormen, kennen ook de vele beelden die hierover bestaan en zien dat een mens denkt: ‘als ik nou maar dit of dat doe, dan ziet God mij, dan helpt hij mij en heb ik een plekje verdiend in de hemel.’
Wij zien dat het een moeizame tocht is voor de mens, want de mens denkt, juist door al die regels en verwachtingen, dat hij altijd een zware tocht moet ondernemen om met ons in contact te treden, maar wij weten dat het niet moeizaam is wanneer deze verwachtingen achterwege zouden blijven.
De mens heeft dan de denkkap doorzien en het doorzien van de denkkap staat gelijk met het betalen aan de kassa, waardoor hij openstaat voor meerdere mogelijkheden, voor een grotere kijk.
Dit beeld geeft dus weer hoe de mens via de godsdienstvormen, via de cultuurregels ons ervaart en denkt te weten wat onze bedoeling is, maar het vraagt van de mens om die drang te herkennen en dan wordt er ook nog eens van hem gevraagd of hij de stap durft te zetten om die drang te volgen.
U ziet ook in dit beeld dat wij er groot bovenuit torenen. Het is niet dat wij ons groter maken en u ons kunt betichten van megalomanie, maar wij zien, juist door de vele verwachtingen, de vele regels, dat de mens zich erg klein opstelt ten opzichte van ons.
Maar ook laten we zien dat een mens dit buiten zichzelf zoekt, terwijl als hij naar binnen keert hij al de eerste stap heeft gezet op deze ladder. En niet om al in één sprong bij ons aanwezig te zijn, maar dan zal het beklimmen van deze ladder een stuk gemakkelijker voor hem verlopen dan wanneer hij de regels volgt van de verschillende culturen, waarbij de mens dit voor elkaar probeert te krijgen door op zijn knieën te zinken en te bidden, door het branden van wierook en kaarsjes of in het volgen van technieken. Want deze mens raakt uitgeput wanneer hij via regels ons probeert te bereiken en hoe jammer het ook is en hoe hard het ook klinkt, maar hij zal de top van de ladder niet bereiken. Dat kan alleen maar door onder de denkkap te duiken en contact te maken met het eigen wezen dat al weet hoe het er op deze wolk uitziet.
De werking
Toch proberen wij de mens te bereiken en hem in contact te brengen met de ladder, maar onze manier van werken is een totaal andere manier dan gebruikelijk is in deze of andere maatschappijen, zodat de massaliteit, daarbij zie ik een beeld van een goeroe waar veel mensen achter aanlopen, bij ons ver te zoeken is.
In de ontplooiing van initiatieven zoals de bijeenkomsten, boeken, gedichtenkaartjes en allerlei activiteiten etc. kan de mens opeens een aanraking voelen die overeenkomt met de drang van zijn wezen en daardoor een omkering in zijn eigen mens-zijn gaan herkennen.
Maar wij zien dat dit tijd vraagt en daarom zal onze werking, ook omdat wij uitgaan van het principe:
‘de vrijheid van de mens is het hoogste goed’, nooit de populariteitsprijs winnen.
***